Het is altijd goed om te bidden om zegen voor iedereen. ”Zegent en vervloekt niet”, zegt Paulus (Rom. 12:14). Dat geldt niet specifiek voor kinderen. Paulus doelde op onze houding tegenover onze vijanden. Tot zover om tot mijn punt te komen. In onze Gospelkerk hebben we op zondag 18 maart een “opdragingsdienst”. Van een tiental kinderen. Een gebruik in evangelische kringen. Maar waar vind je dit ritueel én een instructie voor ons in het nieuwe verbond? Volgens mij nergens. Vandaar deze bijdrage.
Het opdragen van kinderen is geen doopdienst. Kinderdoop op zich is overigens on-bijbels. De waterdoop in het nieuwe verbond is een verordening, een “sacrament” of gebruik dat voorbehouden is voor mensen die bewust een bekeringsbeslissing genomen hebben voor Jezus. En baby’s of kleuters en jonge kinderen zijn daar normaal niet aan toe. Natuurlijk zegende Jezus de kinderen en zegde Hij “laat de kinderen tot Mij komen en verhindert ze niet”( Marcus 10:13-15). Maar deze tekst wordt er vaak ‘bij gesleurd’ om dienst te doen als bijbelse verantwoording om kinderen “op te dragen” aan de Heer. En “opdragen”, is meer dan bidden voor zegen voor onze kleinsten. Het gaat over de ouders die hun kinderen willen toewijden aan God, Jezus, de Heer. Kijk maar wat Jozef en Maria deden met Jezus volgens de wet van Mozes. Zij gingen op de 40e dag na de geboorte naar de tempel om hun eerstgeboren zoon aan de Here voor te stellen (Lucas 2:22-23). Dit is wat katholieken vieren met Maria Lichtmis. Iets dat, geloof het of geloof het niet, bij katholieken gevierd wordt door het eten van pannenkoeken. Hoe ver kan je er naast zitten? En dat gevaar loert ook bij ons om de hoek. Met het opdragen van kinderen.
Als wij het hebben over het opdragen van kinderen, dan betekent dit meer dan te laten bidden voor zegen, bescherming en leiding voor kind en opvoeders. Even een overduidelijke bijbelse illustratie. Het voorbeeld van Hanna in het oude testament (1 Samuel 1). Hanna was heel erg verdrietig , ten dode toe, omdat zij geen kinderen kon krijgen. Een zoon baren was haar hartenwens. Maar die wens bleef een wens. En daarom smeekte zij aan God om genade. Tot tranen toe. Een jaar later baarde zij Samuel. Hij werd één van grootste helden in de heilsgeschiedenis van Israël. En dat was geen toeval. Eerste les: wie een kinderwens heeft, die bidde God daarom. Hij is de Helper en Wonderdoener bij uitstek. Maar, hier zit vandaag, in de context van de tijd waarin we leven toch wel een bedenking aan vast. Kijk wat men in Nederland begonnen is te doen van overheidswege.
Bij onze Noorderburen wil men starten met zogenaamde “ouderschapscursussen”. Sessies om toekomstige mama’s en papa’s maximaal voor te bereiden om ouder te zijn in deze hectische, waanzinnige, woelige tijden. De bijbel spreekt hierover als de tijd van Noach (Matt. 24:37-39). Maximaal goddeloos en slecht. En gericht op genieten, eten, drinken, kopen en verkopen. Daarin komen onze, uw kinderen terecht. In een fase van de eindtijd. Om kort te zijn: het is leuk om kinderen te krijgen. Toch geloof ik dat elk wedergeboren christen moet beseffen dat onze kinderen niet in het aards paradijs terecht komen, maar eerder in ‘een hel’, de wereld van vandaag. En het wordt er echt niet beter op. We moeten als gelovigen dus heel goed weten waarmee we bezig zijn. In het belang van onszelf, van onze toekomstvisie als christenen, en vooral in het belang van onze kinderen.
Het argument dat wij geroepen zijn om de aarde te bevolken is theologisch al 2.000 jaar verjaard. De wereld is vol. Maar niet met kinderen Gods, christenen. En net dat is onze nieuwe opdracht. Eén die ons door Jezus zelf via Zijn eerste discipelen gegeven is in Mattheus 28:19: ”Gaat dan henen en maak alle volken tot Mijn discipelen”. Wij zijn in de eerste plaats geroepen om bij te dragen tot de oplossing van ‘het probleem’, met name het redden van mensen door Jezus te verkondigen en het Koninkrijk van God. Pas daarna en binnen dit kader kunnen wij eigenlijk aan onszelf denken. Dat is de bijbelse waarheid.
Nog in dit opzicht wil ik waarschuwen voor het mis-bruiken van oud-testamentische teksten over de zegen van kinderen baren. Zoals daar zijn: “…kinderen zijn een zegen van de Heer…” (Psalm 127:3). Dit moet in de eerste plaats gezien worden binnen het oud- testamentische kader van Israëls roeping: een krachtig en talrijk volk zijn temidden van de andere, goddeloze volkeren. Daarom dat kinderen aanbevolen werden door God. Ook om te zorgen dat ouders in hun oude dag een economische zekerheid zouden hebben. Dit vind je ook vandaag nog terug , vooral bij derdewereldlanden en in arme (ook Europese) naties. Maar, ook dat is bij ons niet echt meer een valabel argument. Door de zegen van de sociale zekerheid in België bijvoorbeeld. En het is geestelijk gesproken vervangen door het verwekken van geestelijke kinderen, bekeerlingen.
Terug naar het opdragen van kinderen. Het is niet meer of minder, in zijn radicale vorm, als het teruggeven van onze kinderen aan de Heer. Net zoals Hanna met Samuel deed. Op zeer jonge leeftijd bracht zij de jongen naar Gods tempel en dienaars. Om onderricht te worden met het oog op de volledige toewijding aan God en Zijn dienst. En dat is het in de eerste plaats ook voor mij vandaag: het opdragen als ouders van onze kinderen aan God. En Zijn dienst. Dat betekent dat we als ouders meteen de beslissing nemen om onze kinderen in Gods dienst te willen laten opvoeden, groeien en dienen. En niet meteen vragen om grote zakenlui of -vrouwen te worden, of een rijk en voorspoedig leven te verkrijgen. Om een leuke job te verzekeren, de juiste partner te vinden, of een geslaagde zoon of dochter te krijgen later. Maar wel om in Gods wegen en Zijn plan te wandelen en in de bestemming terecht te komen die God voor onze zonen en dochters voorzien heeft. In die zin is het misschien mogelijk dat God net wil dat u kinderen krijgt! Omdat God op zoek is naar dienaars die heel hun leven aan de Heer willen toewijden. Misschien is dat wel de bedoeling met uw zoon of dochter. Ook voor hen die pas na het ontvangen van hun kinderen tot bekering gekomen zijn.
Hoe deze opdracht in praktijk geschiedt staat nergens letterlijk geschreven in Gods woord. Het is onze opdracht: om door de leiding van de Heilige Geest te leren ontdekken wat Gods plan met en voor onze kinderen is in Zijn dienst, in deze goddeloze wereld. Daarin kunnen een peter en meter uiteraard mee sturing en ondersteuning geven aan de ouders. Maar ook dit is in sé geen letterlijke bijbelse verordening. Het pleit wel voor een zorgvuldige keuze van een peter en meter als evangelisch christen voor onze kinderen.
Uiteraard bidden wij bij de opdracht van onze kinderen voor een gezond leven, bescherming tegen ziekten, ongelukken, verdriet en pijn. We bidden dat onze kinderen niet onder vloeken komen, maar onder Gods zegen. En we bidden voor wijsheid voor de ouders en degenen die zich zullen ontfermen over onze kinderen. Dat spreekt voor zich.
Het opdragen van kinderen is een fundamentele, eigenlijk éénmalige beslissing die wij als ouders nemen voor onze kinderen. Daarbij beseffen we dat wij hoeders voor onze kinderen zijn, hoe ze ook verwekt zijn. In liefde of onder andere omstandigheden. Daarom is het ook nodig om stil te staan bij zegen en vloek over onze kinderen. Van bij de conceptie. Omdat sommige kinderen in zonde verwekt zijn. Of ongewild waren door de ouders. Dit is de harde realiteit. Maar ook over hen wil God Zijn maximale zegen uitstorten. Het opdragen van zulke kinderen is een kans bij uitstek om eventuele vloeken te verbreken bij een opdracht. God wil echter dat we toekomstige discipelen verwekken in de eerste plaats. Die groot kunnen worden in Zijn dienst. En tot blijdschap en zegen van hun ouders en familie.
Ik wens alle (toekomstige) ouders veel zegen, wijsheid, liefde en kracht toe!